Op deze pagina vindt u informatie om snel wegwijs te raken in de RES West-Brabant. Om de pagina overzichtelijk te houden, kunt u elk gedeelte uitklappen om te informatie te tonen.
RES staat voor Regionale Energiestrategie. Dit is een regionale samenwerking, een document én een proces.
De energietransitie raakt iedereen. In de regio West-Brabant zoeken we naar manieren om energie te besparen en om schonere energie op te wekken. Dat alles moeten we samen doen, terwijl we oog blijven houden voor ieders belangen. De samenwerking bestaat uit 16 gemeenten, 2 waterschappen, de provincie Noord-Brabant en netbeheerder Enexis. Bekijk de volledige lijst met partners onderaan deze pagina.
De energieregio West-Brabant is één van de 30 energieregio’s in Nederland. Energieregio's zijn zelf gevormd door decentrale overheden die zich hebben verbonden aan het Klimaatakkoord.
Uit het Klimaatakkoord zijn een aantal duurzame maatregelen gekomen. Dit betekent dat we in Nederland in 2030 onze CO2-uitstoot met minstens 49% moeten verlagen ten opzichte van het jaar 1990. Met de RES kijken we hoe we lokaal kunnen werken aan meer duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie infrastructuur.
In Nederland willen we in 2030 met elkaar 35 terawattuur (TWh) duurzame stroom opwekken op land. En er moet gezocht worden naar duurzame warmtebronnen. Ook de regio West-Brabant draagt hieraan bij.
We werken samen omdat we beseffen dat we elkaar nodig hebben om onze ambities waar te maken. We zijn gemotiveerd om onze regio mooier te maken. Maar dat kunnen we alleen doen als we ook met andere uitdagingen rekening houden, met elkaar praten en samen oplossingen bedenken. Als we allemaal samenwerken, worden we sterker en kunnen we beter, slimmer, sneller en goedkoper te werk gaan. Op die manier kunnen we onze doelen bereiken en de leefomgeving van onze regio verbeteren.
De RES 1.0 van West-Brabant is door veel samenwerken, onderzoeken en participatie tot stand gekomen. De RES 1.0 is in de regio vastgesteld door volksvertegenwoordigende organen in juni 2021. In dit plan staat hoe we gezamenlijk meer duurzame energie gaan opwekken en hoe huizen en gebouwen duurzaam verwarmd worden.
2. We hechten aan een haalbare en betaalbare energietransitie van en voor iedereen
3. We beogen een adaptieve benadering, steeds open voor betere keuzes
Opgave naar 2030: 0,9 TWh plus 0,3 TWh overprogrammering
Opgave naar 2050: 5,5 TWh duurzame warmte
Om te weten hoe we ervoor staan met het halen van de doelen van de RES West-Brabant stellen we tweejaarlijks een voortgangsrapportage op.
De Voortgang van RES West-Brabant in 5 punten:
Verder verdiepen? Bekijk de pagina over de Voortgang.
We zijn onderweg naar de RES 2.0. De energietransitie is in een versnelling gekomen. De hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit (zon en wind) is sterk gegroeid. Ook is er een sterke toename van de vraag naar elektrische auto’s en elektrische warmtepompen. De grote uitdaging in de RES 2.0 is hoe we tot een balans kunnen komen tussen vraag en aanbod in onze regio. Dan gaat het naast elektriciteit, ook om warmte, groen gas en waterstof. Het zoeken naar deze balans maakt dat we de RES 2.0 heel anders benaderen dan de RES 1.0.
In de RES 1.0 lag de focus op de individuele bijdrage per gemeente aan de regionale doelstelling. De RES 2.0 kijkt integraal naar het energiesysteem en naar hoe gemeentes elkaar kunnen aanvullen en versterken. Bovendien staat netcongestie centraal en de noodzaak om de aanleg van energie-infrastructuur te versnellen en de beschikbare energie-infrastructuur beter te benutten. Bijvoorbeeld door het plaatsen van batterijen op slimme plekken of het stimuleren van uitwisseling van energie op bedrijventerreinen (energie hubs). De energietransitie is ook een ruimtelijke opgave. Daarover lees je meer bij het onderdeel ‘Ruimte en gebiedsontwikkeling’.
In de aanloop naar de RES 2.0 hebben we een bronnenstrategie gemaakt waarin onderzoek is gedaan naar de warmtevraag en -aanbod. Mogelijke bronnen en verdeling hiervan binnen de regio zijn onderzocht. Ook zijn we in maart met een systeemverkenning gestart. Dit verkennende onderzoek levert ons kwantitatief inzicht in vraag en aanbod en kan ons verder helpen met een concrete planning voor beide regio's op maat. De eerste inzichten zijn rond de zomer van 2024 beschikbaar en leveren voor de verantwoordelijke bestuurders inzichten op die zij kunnen agenderen bij collega’s binnen andere domeinen.
Elektriciteit is een energiebron die er altijd is en altijd moet zijn. In de energietransitie zijn er 2 uitdagingen: hoe maken we elektriciteit duurzaam? En hoe zorgen we voor meer elektriciteit? Voor de verduurzaming van elektriciteit zijn er in de RES 2 bronnen: zon op daken en op land en wind op land. Deze bronnen nemen schaarse ruimte in. Bovendien schijnt de zon niet altijd en waait de wind niet altijd. Als onderdeel van het landelijke beleid gaat er daarnaast veel op zee opgewekte windenergie aan land komen in West-Brabant. Daarom wordt gezocht naar middelen om energie tijdelijk op te slaan. Dat kan in batterijsystemen of met omzetting in waterstof. Ook hiervoor is ruimte nodig.
Ons energiesysteem is opgebouwd uit 3 lagen, te vergelijken met ons wegennetwerk:
Waar energieopwekking voorheen via grote centrales gebeurde, is er steeds meer sprake van lokale opwekking via zon op daken en op land en wind op land. Dat betekent dat het kabelnetwerk, maar ook de trafo’s en stations anders worden belast. Kabels kunnen door inzet van zon op daken en op land en wind op land overbelast worden. Die kabels moeten dus verzwaard worden.
Met onderstaande verzameling video's krijg je meer informatie over het stroomnet en wat daar nu mee aan de hand is.
Juist als er veel ontwikkelingen tegelijkertijd zijn op energiegebied is het van belang om een visie op het energiesysteem te ontwikkelen voor 2050. Dit biedt richting, houvast en samenhang. Want we weten een aantal zaken al wel. Zo zal elektriciteit de ruggengraat vormen van het energiesysteem. Ook de balans tussen vraag en aanbod van energie en de rollen van infrastructuur en opslag hierin zullen van belang zijn.
In de eerste helft van dit jaar doen we een verkenning naar het energiesysteem voor 2050. We krijgen inzicht in de toekomstige energievraag en -aanbod. Ook brengen we de ruimtelijke en duurzame ontwikkelingen in beeld. Daarnaast wordt duidelijk waar het energiesysteem uitgebreid moet worden op basis van de maatschappelijke vraag. Op basis van de lange termijnvisie kunnen we terug redeneren naar welke bepalende keuzes in de RES 2.0 van belang zijn.
In de regio West-Brabant zijn de uitdagingen en oplossingen uiteenlopend. Het ene gebied heeft een sterker stedelijk, landelijk danwel industrieel karakter. Wat er namelijk in het ene gebied speelt, kan dan ook minder relevant zijn voor een ander gebied. Om gerichter met elkaar het gesprek aan te gaan hebben we de regio ingedeeld in 5 deelgebieden, waarbij de grenzen zacht zijn. Tegelijkertijd houden we oog voor de samenhang tussen de deelgebieden.
Energie eiland (Altena)
Powerport (Moerdijk, Drimmelen, Geertruidenberg)
Stedelijke gebied (Roosendaal, Etten-Leur, Breda, Oosterhout)
Zuidelijke zandgronden (Rucphen, Zundert, Alphen Chaam, Baarle-Nassau)
Brabantse Wal (Steenbergen, Bergen op Zoom, Woensdrecht, Halderberge)
De energietransitie is ook een ruimtelijke transitie. Dat zagen we al in de RES 1.0 met de zoekgebieden voor windmolens en zonnevelden. In de RES 2.0 zal de nabijheid van vraag en aanbod van duurzaam opgewekte energie veel aandacht krijgen. Het gaat daarbij ook om duurzame warmtebronnen zoals geothermie.
Een belangrijke reden hiervoor zijn de sterk gestegen transportkosten. Voor energie die niet over grote afstanden getransporteerd hoeft te worden, hoeft ook minder geïnvesteerd te worden in energie-infrastructuur. Wat ook meespeelt is dat het transport van energie over grote afstanden via een beperkt aantal energiestations kwetsbaarder is voor netcongestie vergeleken met het op een kleiner schaalniveau afstemmen van vraag en aanbod.
Energie is een bron van ontwikkeling. Als een gebied toegang heeft tot betaalbare en duurzame energie, dan kunnen er nieuwe woonwijken gebouwd worden en kunnen bedrijven uitbreiden. Energie speelt dan ook een cruciale rol bij de ontwikkeling van onze stedelijke, industriële en landelijke gebieden.
We gaan onze wijken en gebouwen op een andere manier verwarmen: zonder aardgas maar met bijvoorbeeld aardwarmte uit de diepe ondergrond (geothermie), uit warmte van oppervlakte-, drink- of afvalwater (aquathermie), restwarmte van de industrie of met elektrische oplossingen. Elke gemeente heeft hiervoor rond 2021 een plan opgesteld, een zogenaamde Transitievisie Warmte (TVW). De gemeente zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van wijkuitvoeringsplannen, de keuzes voor hun dorpen en wijken en het organiseren van de nieuwe warmteoplossingen. In RES verband maken we afspraken over het inzet van gemeenteoverstijgende warmtebronnen, werken we aan een eenduidige boodschap, delen we kennis en ervaringen. We bespreken ook gezamenlijk de samenhang van de keuzes in de warmtetransitie tussen andere energiebronnen.
Uitgangspunten voor warmte in de regio
Groen gas wordt geproduceerd uit reststromen van organisch materiaal. Het gas wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit en kan in het bestaande gasnet ingevoed worden. Voor de gebruiker is groen gas gelijk aan aardgas en zijn er geen aanpassingen nodig in de gastoestellen. Groen gas is maar zeer beperkt beschikbaar voor de gebouwde omgeving. Het gebruik is daarom alleen aantrekkelijk in wijken waar alternatieven veel duurder of technisch niet haalbaar zijn. In de regio verkennen we de mogelijkheden van inzet van groen gas en de rol van de gemeente hierin.
Het is nog onzeker hoeveel groen gas er in het eindbeeld (2050) beschikbaar is voor de gebouwde omgeving. Deze onzekerheid hangt samen zowel vraag als aanbod. Aan de aanbodzijde is er onzekerheid over de hoeveelheid groen gas, die we nationaal kunnen produceren. Aan de vraagzijde bestaat onzekerheid over de exacte vraag per sector en de mate waarin groen gas hoogwaardig ingezet kan worden om aan deze vraag te voldoen. Het is dus niet zo, dat al het groene gas per definitie voor de gebouwde omgeving is. Ook zware mobiliteit, zware industrie en bijvoorbeeld negatieve emissies zijn sectoren en domeinen die vraag kunnen hebben naar groen gas.
Waterstof speelt een belangrijke rol in het energiesysteem van de toekomst in onze regio. Het aanbod van zonne- windenergie sluit niet altijd aan bij de vraag naar energie op dat moment. Op sommige momenten zal het aanbod elektriciteit overvloedig zijn en op andere momenten niet genoeg, afhankelijk van de hoeveelheid zon en wind. Ook kan elektriciteit niet in grote hoeveelheden en langere tijd worden opgeslagen. Waterstof kan een belangrijke rol spelen bij seizoensopslag van energie en bij transport van grote hoeveelheden energie over lange afstanden. Wel is geduld van belang. Naar verwachting zal pas na 2035 op grotere schaal waterstof beschikbaar komen en dan vooral voor de sectoren die geen alternatief hebben (zware industrie en zwaar transport).
West-Brabant kent met twee tot vier aanlandingsplekken voor wind op zee. Ook is er geraamde capaciteit voor de omzetting van elektriciteit in waterstof in Powerport Moerdijk en twee waterstof transportleidingen (Delta-Rhine corridor en Rotterdam/Moerdijk – Antwerpen). Door deze leidingen zal een grote hoeveelheid waterstof door de regio getransporteerd worden. Het motto van de provincie Noord-Brabant bij waterstof is ‘Niet alleen door de provincie, maar ook voor de provincie’. In de RES 2.0 willen we aangeven wat geschikte regionale aftakkingen zijn voor waterstof.
De plaatsing van kerncentrales valt primair onder de verantwoordelijkheid van het rijk. In het door de Tweede Kamer aangenomen Nationaal Plan Energiesysteem is kernenergie een onderdeel van de elektriciteitsmix, dit naast wind (op zee en op land) en zonne-energie. Het voorspelde aandeel in de totale elektriciteitsproductie in 2050 is 10%. Op kernenergie wordt primair ingezet als constante bron van elektriciteit, dit als back-up voor fluctuaties in het aanbod van wind en zonne-energie. De nieuwe coalitie (PVV, VVD, NSC en BBB) koerst af op vier grote nieuwe kerncentrales, en niet twee, zoals eerder gedacht.
In de komende maanden gaan we gesprekken voeren met inwoners en stakeholders. Dit organiseren we onder de titel ‘Brabant Praat’. We gaan op twee manieren in gesprek met mensen. Via een serie bijeenkomsten met eenzelfde groep inwoners die middels loting wordt samengesteld. Deze bijeenkomsten bevatten elementen van een burgerberaad. Daarnaast gaan we met een tosticaravan op verschillende plekken langs in de regio. Dit is een laagdrempelige manier om met inwoners in gesprek te gaan over de energietransitie in de regio.
In dit webinar van afgelopen december praten we je bij over de voortgang tot nu toe en de ambities voor RES 2.0. Sprekers zijn: Johan de Beer (Procesregisseur RES WB), Klaar Koenraad (Voorzitter Stuurgroep RES WB), Ron de Graaf (Projectleider RES WB), Arno Uijlenhoet (Enexis), Maaike van den Ende (Coördinator Werkgroep Warmte)
Home Actueel Over de RES FRES Kennisbank Over ons
Waterschap Brabantse Delta Bouvignelaan 5 4836 AA Breda
Telefoonnummer Johan de Beer, programmaregisseur RES West-Brabant: 06 ‑ 148 641 90
Aanmelden nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.